Patroon week 1 - CAL2016

8 jan. 2016

We beginnen met donkergrijs te haken en we gaan het kantmotief Emma haken. We brengen een kleurdetail aan door rij 4 afwisselend met limegroen, oranje, limegroen en oranje te haken. We haken steeds rij 2 tot en met 9. We haken deze week 18 rijen en eindigen dus met de stokjesbogen (3e keer rij 2). De eerste keer rij 4 haken we in limegroen, de tweede keer in oranje.

Zet een ketting van 61 lossen losjes op (een meervoud van 8 plus 5 lossen). Doe dit met een grotere haaknaald zodat de ketting niet te strak wordt.

Zelf heb ik het patroon op haaknaald 4 gehaakt en ik heb een vrij losse hand van haken. Dus bekijk of je op haaknaald 4.5 of 5 moet gaan haken voor het open effect. De opzet dan met een haaknaald 1 maat groter doen.

Rij 1: haak een vaste in de 6e losse vanaf de naald. *Haak 5 lossen, sla 4 steken van de opzetketting over en haak een vaste, haak 3 lossen en sla 2 steken over en haak een vaste.* Herhaal * * tot er 7 steken over zijn. Haak 5 lossen en sla 4 steken over, haak een vaste, een losse en tenslotte een halfstokje in de laatste kettingsteek.

Rij 2: haak een keerlosse (telt niet als steek), haak een vaste op het halve stokje, *haak 9 stokjes om de lossenboog van 5, haak een vaste om de lossenboog van 3*. Herhaal * * tot einde. Je eindigt dus met een vaste.

Rij 3: haak 6 keerlossen, en *haak in het 3e stokje van de 9 stokjesboog een halve vaste, 3 lossen en een halve vaste, haak 3 vasten en in de volgende steek weer een halve vaste, 3 lossen en en halve vaste, haak 5 lossen*. Herhaal * * tot en met de laatste 9-stokjesboog, maar eindig met 2 lossen en een dubbelstokje op de vaste van de vorige toer.

Rij 4: (let op kleurwissel, limegroen of oranje), haak 1 keerlosse, een vaste op het dubbelstokje, *3 lossen, 2 stokjes op de middelste vaste, 3 lossen, een vaste om het 5 lossenboogje, een picot (3 lossen en een halve vaste in de eerste losse)*. Herhaal * * tot laatste 5 lossenboog en haak 3 lossen, 2 stokjes op de middelste vaste, 3 lossen en een vaste in de 4e keerlosse van de vorige toer.

Rij 5: *haak 5 (keer)lossen, een vaste om de (volgende) 3 lossenboog, 3 lossen, een vaste om de volgende 3 lossenboog*. Herhaal * * maar eindig met 2 lossen en eenhalfstokje op de laatste vaste.

Rij 6: haak 3 keerlossen en 4 stokjes in de eerste lossenboog, *een vaste in de 3 lossenboog, 9 stokjes in de 5 lossenboog* maar eindig met 5 stokjes in de laatste 5 lossenboog.

Rij 7: haak een keerlosse, *haak een vaste op de volgende 2 stokjes, haak in de volgende steek een halve vaste, 3 lossen en en halve vaste, haak 5 lossen en sla de laatste 2 stokjes en de eerste 2 stokjes over en haak een halve vaste, 3 lossen en een halve vaste, haak 1 vaste op het volgende stokje*. Herhaal * * en eindig met een halve vaste, 3 lossen, halve vaste in het 3e stokjes en 2 vasten in het 4e stokje en op de 3 keerlossen van de vorige toer.

Rij 8: haak 3 keerlossen en 1 stokje in de eerste vaste, *3 lossen, een vaste om het 5 lossenboogje, een picot (3 lossen en een halve vaste in de eerste losse), 3 lossen, 2 stokjes op de middelste vaste*. Herhaal * * en eindig met 2 stokjes op laatste vaste.

Rij 9: *haak 3 (keer)lossen, een vaste om de (volgende) 3 lossenboog, 5 lossen, een vaste om de 3 lossenboog*. Herhaal * * en eindig met een losse en een halfstokje op de 3 keerlossen van de vorige toer.