Maya Mozaïek CAL2020 - patroon week 1 driehoekstola

28 okt. 2020

Haaknaald 5 mm

Aanvulling op 30 oktober toegevoegd:

Na dit deel heb je dus 4 keer het patroon gehaakt en heb je circa 20 cm tot de punt en circa 46 cm langs de bovenzijde gemeten.

Lees ook eerst de eerste uitleg.

Je haakt steeds 2 rijen met Cool Wool (heen- en teruggaand = 2 rijen) en dan 2 rijen met Colorissimo. Je hoeft de draad niet af te hechten, maar neemt deze aan de zijkant mee.

Het figuur dat we gaan haken ziet er als volgt uit, hierbij zijn de witte vierkantjes Cool Wool en de zwarte vierkantjes Colorissimo:

 

Bij het haken van een losse, sla je een steek over van de vorige toer. De lossen tellen mee als steek. 
De steken links en rechts van het midden zijn niet symmetrisch. 
De reliëfstokjes voorlangs haak je in de vaste van dezelfde kleur, maar dus 2 rijen eronder, je houdt de haaknaald en de draad altijd voorlangs (bekijk hiervoor ook de tutorial!).

Rij 1: begin met Cool Wool en haak 5 vasten in een magische ring. (aan 1 zijde dus 2 vasten in de schematische weergave)

Rij 2: 1 keerlosse (telt niet als steek), 2 vasten in de eerste vaste (1 gemeerderd), 1 vaste, 3 vasten op de middelste vaste, 1 vasten en eindigen met 2 vasten in de laatste vaste (9 vasten) (aan 1 zijde van de driehoek dus 4 vasten, en dan de middelste steek)

Hecht Colorissimo aan en haak steeds 2 rijen met Colorissimo en dan 2 rijen met Cool Wool. Begin nu ook met het mozaïekpatroon.

Rij 3 Col: 1 keerlosse (telt niet als steek), 2 vasten in de eerste vaste (1 gemeerderd), 1 losse, 2 vasten, 3 vasten in de middelste vaste, 1 vaste, 1 losse, 1 vaste, 2 vasten in de laatste vaste (13 steken, per zijde 6 steken).

Rij 4 Col: 1 keerlosse, 2 vasten in de eerste vaste, 2 vasten, 1 losse, 2 vasten, 3 vasten in de middelste vaste, 3 vasten, 1 losse, 1 vaste en 2 vasten in de laatste vaste (17 steken, per zijde 8 steken).

Rij 5 CW: 1 keerlosse, 2 vasten in de eerste vaste, 1 losse, 1 vaste, 1 stokje voorlangs in vaste 2 rijen eronder, 1 losse, 3 vasten, 3 vasten in de middensteek, 1 vaste, 1 losse, 1 vaste, 1 stokje voorlangs in de vaste 2 rijen eronder, 1 losse, 2 vasten, 2 vasten in de laatste vaste.

Rij 6 CW: 1 keerlosse, 2 vasten in de eerste vaste, 3 vasten, 1 losse, 2 vasten, 1 losse, 2 vasten, 3 vasten in de middensteek, 4 vasten, 1 losse, 2 vasten, 1 losse, 1 vaste en 2 vasten in de laatste vaste.

Hieronder een schematische weergave van het haakpatroon. De tekening is dus 1 zijde van de driehoek. Je eindigt in dit schema met de eerste van de 3 middenvasten, dan haak je de middelste vaste en begin je het schema weer met de derde van de 3 middenvasten.

Herhaal nog eenmaal tij 19 t/m 26 waar je op dezelfde manier blijft meerderen en het patroon blijft volgen. Je hebt dan aan 1 zijde van de driehoek 68 steken, de middensteek en dan weer 68 steken, totaal 137 vasten.

De schematische tekening is de eerste helft van de driehoek, dan haak je de middensteek en dan haak je weer volgens de schematische tekening. Hieronder uitgebeeld:

 

 

Bekijk hieronder ook de tutorial:


Het complete patroon vind je hier als pdf.