Patroon week 21 CAL2015
We hebben alweer 5 stroken af! We gaan nu beginnen aan strook 6 met framboosroze 2007 (oranjeroze 594) en haken een rij stokjes aan de verkeerde kant van het werk. We willen op 138 steken uitkomen, dus haken ergens in het midden 2 keer 2 stokjes samen. Voor dekens met een ander stekenaantal, je wilt uitkomen op een veelvoud van 8 plus 2 steken.
Hierna gaan we een schelpenpatroon haken in dezelfde kleur.
Schelp: haak een bundel van 3 halve stokjes, 2 lossen, een bundel van 3 halve stokjes, 2 lossen en nog een bundel van 3 halve stokjes.
Een bundel: 3 samengehaakte halve stokjes, dit betekent dat je een half stokje niet afmaakt, maar de 2 lussen (totaal dus 3) op je haaknaald laat staan, weer omslaat en weer een half stokje niet afmaakt en dat nogmaals doet. Je hebt nu totaal 7 lussen op je haaknaald. Je slaat weer om en haalt de omslag door alle lussen.
Toer 1: haak een keerlosse en een vaste in de eerste steek. *Sla 3 steken over en haak een schelp. Haak een losse, sla 3 steken over en haak een vaste.* Herhaal tussen de * * tot het einde.
Toer 2: haak 3 keerlossen en een stokje in dezelfde steek. *2 lossen en een vaste op de middelste bundel van de schelp, 2 lossen en 3 stokjes op de vaste van de vorige toer.* Herhaal tussen de * * tot laatste vaste. Haak 2 losse en twee stokjes op de laatste vaste.
We gaan verder haken met wijnrood 125 (framboosroze 2007) voor toer 3 en 4.
Toer 3: haak 2 keerlossen, een half stokje, 2 losse en een bundel van 3 halve stokjes in de eerste steek en haak een losse. *Haak een vaste in de vaste van de vorige toer, haak een schelp op het middelste stokje van de vorige toer en haak een losse.* Herhaal tussen de * * tot laatste vaste. Haak een vaste in die vaste, haak een bundel van 3 halve stokjes, 2 lossen en een bundel van 2 halve stokjes.
Toer 4: haak 1 keerlosse en een vaste op de eerste bundel. *2 lossen en 3 stokjes op de vaste van de vorige toer, 2 lossen en een vaste op de middelste bundel van de schelp.* Herhaal tussen de * * tot einde.