Knit-A-Long | Stitch Party (deel 3)

2 okt. 2024

Welkom bij het derde deel van deze ‘Stitch Party’ KAL. In deze blog vind je het derde deel van het breipatroon om de stola te maken. Pak het garen erbij en dan gaan we aan de slag!

Wat ga je breien?

Gedurende deze hele KAL (5 delen) brei je één stola. De stola heeft de vorm van een driehoek. In deze blog legt Knotten je uit hoe je het ruiten ajourpatroon breit.

In dit deel gebruik je 2 verschillende kleuren: B, E. Kleur B heb je bij deel 1 & 2 ook gebruikt. Dit ajourpatroon noemen we ‘Ruiten’. Je eindigt het patroon met 2 toeren ribbels.

Wat heb je nodig?

  • Voor dit deel heb je 2 kleuren garen nodig uit jouw breipakket ‘Stitch Party’.
  • Rondbreinaald 3,5mm (Glamcot garen) of 4mm (Cool Wool garen) met draad van 80cm.
  • Steekmarkeerders

Afmeting (na het blocken)

Breedte ca 115 cm, hoogte ca 140 cm, schuine zijde ca 180 cm.

Stekenproef

10x10 cm met nld 3,5 mm in ajourpatroon: 21 st x 32/34 nld

Constructie van de stola

De stola heeft de vorm van een driehoek. De stola begint breed en eindigt in een punt. Als eerste wordt een rand in ajourpatroon gebreid. Na deze rand wordt aan het begin van elke heengaande naald 1 steek geminderd totdat er 7 steken op de naald staan.

Aan de rechterkant (de schuine zijde) wordt, na de 3 kantsteken, een driehoek in ribbelsteek gebreid. In deze driehoek wordt telkens 1 steek geminderd.

Aan de linkerkant wordt een kolom van ribbelsteken gebreid. Deze kolom is na de laatste stekenmarkeerder 5 steken breed, gevolgd door de 3 kantsteken.

Tussen deze 2 patronen in ribbelsteek worden verschillende ajourpatronen (altijd een veelvoud van 15 steken) gebreid.

Ieder ajourpatroon is uitgeschreven en van ieder ajourpatroon is ook een breischema getekend. 

De volgorde van de ajourpatronen:
Madeira (deel 1) – Schelpen (deel 2) – Ruiten (deel 3)  – Blaadjes (deel 4) – Ruiten – Schelpen 

Gebruikte steken en afkortingen:

re: recht
av: averecht
ribbelsteek: heen- en teruggaande nld recht
sm: stekenmarkeerder
3k: 3 kantsteken. Heengaande én teruggaande naald: brei de eerste 3 steken recht en haal de laatste 3 steken averecht af met de draad voor het werk.
2resam: brei 2 steken recht samen
3resam: brei 3 steken recht samen
2avsam: brei 2 steken averecht samen
2av.gedr.sam: brei 2 steken averecht gedraaid samen. Steek de rechternaald achterlangs van links naar rechts in de 2 achterlussen en brei deze 2 steken averecht (= gedraaid) samen. 
O: omslag
overh: overhaling. Haal 1 steek recht af, brei de volgende steek recht en haal de afgehaalde steek over.
dubov: dubbele overhaling. Haal 1 steek recht af, brei de volgende 2 steken recht samen en haal de afehaalde steek over.
*tot*: de steken tussen *en* steeds herhalen.

Patroon

Patroon Ruiten met kleur E:
Zie het breischema. 

Het patroon is een veelvoud van 30 steken. Laat echter de stekenmarkeerders om de 15 steken zitten. Het patroon bestaat uit deel A: st 1 t/m 15 en deel B: st 16 t/m 30. Plaats voor de duidelijkheid aan het begin van deel B een andere kleur stekenmarkeerder. De patroonhoogte is 36 naalden. 

Voor een goed overzicht is het breischema door middel van rode stippellijnen in 4 delen verdeeld.

Om het tellen makkelijker te maken, geven de getallen in de vakjes het aantal steken aan dat in tricotsteek gebreid wordt (met uitzondering van het getal ‘1’).

Alleen de heengaande naalden zijn getekend. Brei in de teruggaande naalden de steken en omslagen averecht. Brei steeds de steken 1 t/m 30 tussen de rode lijnen.

hg nld re, tg nld av
overh: overhaling:   haal 1 st re af, brei de volgende st re en haal de afgehaalde st over

2resam: brei 2 st re samen

omslag

k3tog: brei 3 st re samen, st valt naar rechts
dubov: dubbele overhaling: haal 1 st re af, brei de vlg 2 st re samen en haal de afgehaalde st over, st valt naar links

2 tm 8: De getallen (beginnend bij 2) geven het aantal hokjes/tricotsteken aan.


Algemene i
nfo patroon Ruiten:

Het patroon begint met de 3k, de Driehoek, sm en dan patroon A + B (dus st 1 t/m st 30).

Vanwege de minderingen vervalt op een gegeven moment patroondeel A en wordt de naald begonnen met patroon B: st 16 t/m 30: let hier goed op!

Op een gegeven moment vervalt ook weer vanwege de minderingen patroon B en wordt er weer gewoon vanaf patroon A gebreid: st 1 t/m 30. Dat is het geval bij de herhaling van Ruiten.    

Ruiten

Het patroon van de Driehoek, als ook de laatste 5 steken en 3 kantsteken na de laatste stekenmarkeerder staan niet beschreven. 

Hieronder staan alleen de 30 steken beschreven die tussen de rode lijnen staan.

We beginnen met 6x 30 steken (deel A+deel B: 180 st). De kantsteken en de steken van de Driehoek en de kolom van 5 steken zijn hier niet meegeteld.

Nld 1: sm, *2re, O, overh, O, overh, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 2re, sm, 5re, 2resam, O, 2resam, O, 6re, sm*.

Nld 2 en alle volgende teruggaande nld: 3k, 5re, sm, alle st en omslagen av tot laatste sm, rechte steken Driehoek, 3k. 

Nld 3: sm, *3re, O, overh, O, overh, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, sm, 4re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, 4re, sm*.

Nld 5: sm, *4re, O, overh, O, 3resam, O, 2resam, O, 4re, sm, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 3re, sm*.

Nld 7: sm, *5re, O, 3resam, O, 2resam, O, 5re, sm, 2re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, O, overh, O, overh, 2re, sm*).

Nld 9: sm, *5re, 2resam, O, 2resam, O, 6re, sm, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 5re, O, overh, O, overh, 1re, sm*).

Nld 11: sm, *4re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, 4re, sm, 2re, O, overh, O, overh, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 2re, sm*.

Nld 13: sm, *3re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 3re, sm, 3re, O, overh, O, overh, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, sm*.

Nld 15: sm, *2re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, O, overh, O, overh, 2re, sm, 4re, O, overh, O, dubov, O, 2resam, O 4re, sm*.

Nld 17: sm,* 1re, 2resam, O, 2resam, O, 5re, O, overh, O, overh, 1re, sm, 5re, O, overh, O, dubov, O, 5re, sm*.

Nld 19: sm,*2re, O, overh, O, overh, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 2re, sm, 6re, O, overh, O, overh, 5re, sm*.

Nld 21: sm,*3re, O, overh, O, overh, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, sm, 4re, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 4re, sm*.

Nld 23: sm, *4re, O, overh, O, dubov, O, 2resam, O, 4re, sm, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 3re, sm*.

Nld 25: sm, *5re, O, overh, O, dubov, O, 5re, sm, 2re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, O, overh, O, overh, 2re, sm*.

Nld 27: sm, *6re, O, overh, O, overh, 5re, sm, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 5re, O, overh, O, overh, 1re, sm*.

Nld 29: sm, * 4re, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 4re, sm, 2re, O, overh, O, overh, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 2re, sm*.

Nld 31: sm, * 3re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 3re, sm, 3re, O, overh, O, overh, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, sm*.

Nld 33: sm, *2re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, O, overh, O, overh, 2re, sm, 4re, O, overh, O, 3resam, O, 2resam, O, 4re, sm*.

Nld 35: sm, *1re, 2resam, O, 2resam, O, 5re, O, overh, O, overh, 1re, sm, 5re, O, 3resam, O, 2resam, O, 5re, sm*.

Brei nld 1 t/m 36: 1x.
Brei nld 1 t/m 18: 1x.

Het onderdeel Ruiten is nu klaar en we sluiten af met een ribbel.


Brei met kleur B een ribbel:

Nld 1: 3k, 2resam, alle st re, 3k.
Nld 2: 3k, alle st re, 3k. 

De volgende keer

Volgende week zullen we het laatste ajourpatroon uitleggen. Tot volgende week!

DOWNLOAD HIER HET PDF