Knit-A-Long | Stitch Party Scarf (deel 2)

27 nov. 2025

Welkom bij het tweede deel van deze Stitch Party mini KAL voor de rechte sjaal.

Wat ga je breien?

Gedurende deze mini KAL (4 delen) brei je één lange rechte sjaal. Deze sjaal is een toffe spin-off van de driehoek stola van de Stitch Party KAL van vorig jaar. Een leuke sjaal, waarbij je kleurvlakken en diverse steken afwisselt!

Wat heb je nodig?

Afmeting (na het blocken)

150 cm x 35 cm.

Stekenproef

10x10 cm met nld 4 mm in ajourpatroon: 21 st x 32/34 nld
Let goed op jouw steekverhouding. Voor deze sjaal kom je precies uit met het garen. Als jouw steekverhouding groter is, heb je kans dat je te weinig garen hebt. Je kunt ook altijd wat spelen met kleuren, als je ziet dat een kleur wat harder gaat!

Constructie van de sjaal 

Voor een speels effect, breien we af en toe een ribbel tussen verschillende kleurvakken of tussen verschillende ajourpatronen.

Ieder ajourpatroon is uitgeschreven en van ieder ajourpatroon is ook een breischema getekend. 

Gebruikte steken en afkortingen

re: recht
av: averecht
ribbelsteek: heen- en teruggaande nld recht
sm: stekenmarkeerder
3k: 3 kantsteken. Heengaande én teruggaande naald: brei de eerste 3 steken recht en haal de laatste 3 steken averecht af met de draad voor het werk.
2resam: brei 2 steken recht samen
3resam: brei 3 steken recht samen
2avsam: brei 2 steken averecht samen
2av.gedr.sam: brei 2 steken averecht gedraaid samen. Steek de rechternaald achterlangs van links naar rechts in de 2 achterlussen en brei deze 2 steken averecht (= gedraaid) samen. 
O: omslag
overh: overhaling. Haal 1 steek recht af, brei de volgende steek recht en haal de afgehaalde steek over.
dubov: dubbele overhaling. Haal 1 steek recht af, brei de volgende 2 steken recht samen en haal de afehaalde steek over.
*tot*: de steken tussen *en* steeds herhalen.


Patroon

Patroon Ruiten met kleur E:
Zie het breischema. 

Het patroon is een veelvoud van 30 steken. Laat echter de stekenmarkeerders om de 15 steken zitten. Het patroon bestaat uit deel A: st 1 t/m 15 en deel B: st 16 t/m 30. Plaats eventueel voor de duidelijkheid aan het begin van deel B een andere kleur stekenmarkeerder. De patroonhoogte is 36 naalden. 

Voor een goed overzicht is het breischema door middel van rode stippellijnen in 4 delen verdeeld.

Om het tellen makkelijker te maken, geven de getallen in de vakjes het aantal steken aan dat in tricotsteek gebreid wordt (met uitzondering van het getal ‘1’).

Alleen de heengaande naalden zijn getekend. Brei in de teruggaande naalden de steken en omslagen averecht. Brei tweemaal de steken 1 t/m 30 tussen de rode lijnen en eenmaal de steken 1 t/m 15.

hg nld re, tg nld av

overh: overhaling:   haal 1 st re af, brei de volgende st re en haal de afgehaalde st over

2resam: brei 2 st re samen

omslag

k3tog: brei 3 st re samen, st valt naar rechts

dubov: dubbele overhaling: haal 1 st re af, brei de vlg 2 st re samen en haal de afgehaalde st over, st valt naar links

2 tm 8: De getallen (beginnend bij 2) geven het aantal hokjes/tricotsteken aan.


Algemene i
nfo patroon Ruiten:

Het patroon begint met de 3k, sm en dan patroon A + B (dus st 1 t/m st 30) 2 keer en dan nog eenmaal patroon A.

Ruiten

Hieronder staan alleen de 30 steken beschreven die tussen de rode lijnen staan. Dus de kantsteken staan niet beschreven.

We beginnen met 2x 30 steken +1x 15 steken (deel A+deel B (2 maal) + deel A: 75 st)  + de 6 kantsteken.

Nld 1: sm, *2re, O, overh, O, overh, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 2re, sm, 5re, 2resam, O, 2resam, O, 6re, sm*.

Nld 2 en alle volgende teruggaande nld: 3k, sm, alle st en omslagen av tot laatste sm, 3k. 

Nld 3: sm, *3re, O, overh, O, overh, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, sm, 4re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, 4re, sm*.

Nld 5: sm, *4re, O, overh, O, 3resam, O, 2resam, O, 4re, sm, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 3re, sm*.

Nld 7: sm, *5re, O, 3resam, O, 2resam, O, 5re, sm, 2re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, O, overh, O, overh, 2re, sm*).

Nld 9: sm, *5re, 2resam, O, 2resam, O, 6re, sm, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 5re, O, overh, O, overh, 1re, sm*).

Nld 11: sm, *4re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, 4re, sm, 2re, O, overh, O, overh, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 2re, sm*.

Nld 13: sm, *3re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 3re, sm, 3re, O, overh, O, overh, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, sm*.

Nld 15: sm, *2re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, O, overh, O, overh, 2re, sm, 4re, O, overh, O, dubov, O, 2resam, O 4re, sm*.

Nld 17: sm,* 1re, 2resam, O, 2resam, O, 5re, O, overh, O, overh, 1re, sm, 5re, O, overh, O, dubov, O, 5re, sm*.

Nld 19: sm,*2re, O, overh, O, overh, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 2re, sm, 6re, O, overh, O, overh, 5re, sm*.

Nld 21: sm,*3re, O, overh, O, overh, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, sm, 4re, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 4re, sm*.

Nld 23: sm, *4re, O, overh, O, dubov, O, 2resam, O, 4re, sm, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 3re, sm*.

Nld 25: sm, *5re, O, overh, O, dubov, O, 5re, sm, 2re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, O, overh, O, overh, 2re, sm*.

Nld 27: sm, *6re, O, overh, O, overh, 5re, sm, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 5re, O, overh, O, overh, 1re, sm*.

Nld 29: sm, * 4re, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 4re, sm, 2re, O, overh, O, overh, 3re, 2resam, O, 2resam, O, 2re, sm*.

Nld 31: sm, * 3re, 2resam, O, 2resam, O, 1re, O, overh, O, overh, 3re, sm, 3re, O, overh, O, overh, 1re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, sm*.

Nld 33: sm, *2re, 2resam, O, 2resam, O, 3re, O, overh, O, overh, 2re, sm, 4re, O, overh, O, 3resam, O, 2resam, O, 4re, sm*.

Nld 35: sm, *1re, 2resam, O, 2resam, O, 5re, O, overh, O, overh, 1re, sm, 5re, O, 3resam, O, 2resam, O, 5re, sm*.

Brei nld 1 t/m 36: 1x.
Brei nld 1 t/m 18: 1x.

Het onderdeel Ruiten is nu klaar en we sluiten af met een ribbel.

Brei met kleur B een ribbel:

Nld 1: 3k, alle st re, 3k.
Nld 2: 3k, alle st re, 3k. 

 

Patroon

Patroon Blaadjes met kleur D:

Zie het breischema.

Het patroon is een veelvoud van 15 steken. De patroonhoogte is 20 naalden.

De heen- en teruggaande naalden zijn getekend. Lees de vakjes van de heengaande naald (1, 3, 5, enz.) van rechts naar links. Lees de vakjes van de teruggaande naald (2, 4, 6, enz.) van links naar rechts. Brei steeds de steken tussen de rode lijnen.  

2av.g.sam te breien: ga met de rechternaald achter het werk en pak de 2 achterlussen op de averechte manier (van links naar rechts) samen en brei ze dan averecht (= gedraaid) samen. 

hg nld re, tg nld av

hg nld av, tg nld re

overh: overhaling. hg nld: haal 1 st re af, brei de volgende st re en haal de afgehaalde st over, tg nld: 2av.g.samen (zie tekst hierboven)

hg nld: 2resam: brei 2 st re samen, tg nld: 2avsam: brei 2 st av samen

omslag

 

Blaadjes

Nld 1: *2av, 13re*. De steken tussen *en* steeds breien.
Nld 2: *13av, 2re*.
Nld 3: *2av, 10re, 2resam, O, 1re*.
Nld 4: *O, 2av, 2avsam, 9av, 2re*.
Nld 5: *2av, 8re, 2resam, 1re, O, 2re*.
Nld 6: *1av, O, 3av, 2avsam, 7av, 2re*.
Nld 7: *2av, 6re, 2resam, 2re, O, 3re*.
Nld 8: *2av, O, 4av, 2avsam, 5av, 2re*. 
Nld 9: *2av, 4re, 2resam, 3re, O, 4re*.
Nld 10: * 3av, O, 5av, 2avsam, 3av, 2re*.

Nld 11: *2av, 13re*.
Nld 12: *13av, 2re*.
Nld 13: *2av, 1re, O, overh, 10re*.
Nld 14: *9av, 2av.g.sam, 2av, O, 2re*.
Nld 15: *2av, 2re, O, 1re, overh, 8re*.
Nld 16: *7av, 2av.g.sam, 3av, O, 1av, 2re*.
Nld 17: *2av, 3re, O, 2re, overh, 6re*.
Nld 18: *5av, 2av.g.sam, 4av, O, 2av, 2re*.
Nld 19: *2av, 4re, O, 3re, overh, 4re*.
Nld 20: *3av, 2av.g.sam, 5av, O, 3av, 2re*.

Brei nld 1 t/m 20 1x.
Brei nld 1 t/m 10 1x. 


Brei met kleur A een ribbel:

Nld 1: 3k, alle st re, 3k.
Nld 2: 3k, alle st re, 3.


Blaadjes kleur B:

Ga verder met:
Nld 11 t/m 20: 1x
Nld 1 t/m 20: 1x


Brei met kleur A een ribbel:

Nld 1: 3k, alle st re, 3k.
Nld 2: 3k, alle st re, 3k.


Blaadjes kleur C:

Ga verder met:
Nld 1 t/m 20: 1x
Nld 1 t/m 10: 1x

Het onderdeel Blaadjes is nu klaar en we sluiten af met een ribbel waarin we 1 steek meerderen voor het volgende patroon.


Brei met kleur B een ribbel:

Nld 1: 3k, 1 meerderen en alle st re, 3k.
Nld 2: 3k, alle st re, 3k.